In de managementliteratuur worden regelmatige topmanagers gebruikt als voorbeeld hoe je beter of anders kunt leidinggeven. Vaak heel lezenswaardig en spectaculair, maar pas op, laat je je er niet door inspireren: leidinggeven in de top is namelijk ‘ an easy job’, zeker als je het vergelijkt met leidinggeven aan de werkvloer.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen topmanagement en leidinggeven aan de werkvloer?
1. Frontliniemanagers komen vaak voort uit de categorie medewerkers
en hebben meestal een soort ‘primus interpares’-status. M.a.w.: de machtsafstand tussen hen en hun medewerkers is gering. Zij kunnen niet simpelweg op hun strepen gaan staan om iets voor elkaar te krijgen. De machtsafstand tussen top- en middenmanagement is vaak veel groter.
2. Topmanagement heeft een directe span of control van zo’n 7 à 10 volgers, frontliniemanagers geven gemiddeld leiding aan 20 à 30 medewerkers.
3. Frontliniemanagers worden geconfronteerd met een scala aan ‘people-
problems’ door het forse aantal mensen waaraan ze leiding geven en de nodige personele problematiek op de werkvloer (motivatie, vakmanschap, verloop, tijdelijke krachten, verzuim e.d.). Dergelijke problematiek kom je veel minder tegen in de top van een organisatie.
4. Hoger management kan zich voor 100% focussen op management
en leidinggeven en worden ondersteund door een keur van hulptroepen (staf e.d.): frontliniemanagers hebben vaak een soort combinatiefunctie: ze moeten hun leidinggevende taken combineren met een aantal uitvoerende taken.
M.a.w.: leidinggeven aan de werkvloer is vaak ‘ a hell of a job’. Misschien moeten CEO’s wel in de leer bij hun voormannen en teamleiders. Download het (gratis) boekje met ‘lessons learned’ van echte frontliniemanagers.

leidingeven-lr.pdf |